Molenaarscursus
WORD MOLENAAR en leer een eeuwenoud ambacht
Zowat 1000 jaar geleden bouwden de beste ambachtslui de eerste (verticale) windmolen. Dat gebeurde haast zeker in het graafschap Vlaanderen. Ooit werd met duizenden exemplaren ervan graan gemalen, oliehoudend zaad geplet, hout gezaagd, een polder droog gehouden… Ze werden samen met de ontelbare water- en rosmolens een onmisbare schakel in onze voedselvoorziening en leverden eeuwenlang een zeer aanzienlijke bijdrage tot de welvaart in onze streken.
Enkele generaties terug verloren die historische molens als gevolg van hun lage rendementen en natuurafhankelijkheid hun economisch nut. Net als belforten, kathedralen en begijnhoven maken ze nu deel uit van ons waardevol erfgoed. Ze verdienen dus te worden gekoesterd, zoveel mogelijk als levende werktuigen. Dan worden ze ook goed onderhouden.
Honderden molenminnaars doen dat ondertussen al meer dan veertig jaar. De eerste lichting vrijwillige molenaars kreeg in de jaren ’70 van de vorige eeuw nog opleiding van de laatste generatie beroepsmolenaars. Die kennis wordt nu doorgegeven. De zowat 250 water- en windmolens die in Vlaanderen nog altijd een beeklandschap of een kouter verlevendigen, getuigen daarvan.
Dankzij de steun van gemeentes, provincies en de Vlaamse overheid kunnen enthousiaste mannen en vrouwen deze culturele taak op hun molen blijven vervullen. Maar die zijn nooit met genoeg…